# Hou enkel de dictionary over waarmee je deze oefening
# vlot kan oplossen.
quizploegen = {"kwistet" : ["Yari", "Louise"],
               "Tafel 7" : ["Nick", "Roger"],
               "Quizverstand": ["Amélie", "Victor"],
               "The Quiztronauts" : ["Sofie", "Jinte"]}

quizploegen = {
    "Yari": "kwistet",
    "Louise":"kwistet",
    "Nick": "Tafel 7",
    "Roger": "Tafel 7",
    "Amélie": "Quizverstand",
    "Victor": "Quizverstand",
    "Sofie": "The Quiztronauts",
    "Jinte": "The Quiztronauts"
}

naam_1 = input("naam: ")
naam_2 = input("naam: ")

# Verwissel de twee namen van quizploeg


print(quizploegen)